Een meisje wordt hard geslagen in een ruw catfight nadat ze iets heerlijks heeft geproefd

In een verhitte aanval van furie bezwijkt een meisje voor haar onverzadigbare hunkering en proeft een verboden vrucht die haar verlangens doet ontbranden. De smaak zet een kettingreactie in gang, die haar woede en lust aanwakkert. Ze haalt uit, haar vuisten rijden in haar tegenstanders zachte lichaam, elke stoot stuurt een golf van pijn door de kamer. Het geweld escaleert, de meisjes verstrengeld in een brutale dans van vergelding. De smaak van de vrucht heeft niet alleen haar honger verzadigd, maar ook een oerwoede in haar losgemaakt. Het gevecht wordt een test van kracht en uithouding, een strijd van blauwe plekken en bruine lichamen. De meisjes omarmen hun druiven in elkaar gestrengelde lichamen, hun onderling verstrengeling, hun wraakzuchtende smaak, de vastberaden smaak van de vruchten, de vastberaden uitslag van de strijd van iedereen die vastbesloten is om de vruchten van haar te nemen, de resultaten van hun strijd blijven voor altijd onzeker, de resultaten zijn voor altijd bepalend.